situatie
Blok 42 B ligt, met direct uitzicht op het IJsselmeer, aan de korte kant van de insteekhaven van IJburg op Haveneiland Oost. Het is een langwerpig blok met aan de noordzijde de haven en aan de zuidzijde de (tijdelijke) keerlus van de tram.

hoofdopzet
Het bouwblok  is over de eerste twee lagen geheel bebouwd en heeft over de volle oppervlakte een kelder. Daarboven rijzen uit dit hoofdvolume zes ten opzichte van elkaar verschoven woontorens op, drie torens aan de havenzijde en drie torens aan de straatzijde. Zo hebben ze allen zowel zicht op het water als een oriëntatie op de zon. Op de begane grond zijn de entrees van de woningen en de garage, een fietsenstalling en verhuurbare bedrijfsruimte voor onder meer een fitnesscentrum.

luchtstraat en groepering woningen
Tussen de torens is als een ruggengraat een staalskelet waarin op elke verdieping een ‘luchtstraat‘ hangt. De woningen in de torens worden vanuit deze luchtstraat ontsloten. Om het aantal appartementen per entree niet te groot te maken en om op iedere verdieping een duidelijke clustering te krijgen in 2 x 6 woningen, is in het midden een ‘knik’ in de luchtstraat gelegd. Hierdoor varieert ook de diepte van de torens. De brede luchtstraten hebben aan de woningzijde, behalve terrassen, ook sparingen met roosters. Hierdoor ontstaat er afstand tot de voorgevels en valt er extra licht. Op de tweede verdieping liggen terrassen aan de woningen, de rest van het dak is begroeid. Het oogt als het dek van een schip.

penthouses
De torens aan de havenzijde zijn net iets hoger en de bovenste verdieping is verbijzonderd. Hier liggen namelijk in plaats van zes appartementen drie penthouses. De woonkamer heeft deels een grotere verdiepingshoogte en op het overige deel van het huis ligt een groot dakterras.

trappenhuizen, liften en leidingschachten
Als beëindiging van de luchtstraten zijn voorbij de eerste en laatste torens de trappenhuizen opgehangen. Ze zijn geheel uitgevoerd in staal en glas zodat ze in verschijning aansluiten bij de balustrades van de luchtstraat.
De twee lift- en leidingschachten van beton zijn aan de uiteinden, als bakens, direct voor de luchtstraat geplaatst. Staalskelet en schachten zijn beiden (menie)rood. Aan het rood gekeurde beton is ijzerslijpsel toegevoegd. In de loop der tijd zal zich er daardoor een patroon van roestvorming op voordoen.
In het beton van de liftschacht zit een onregelmatig patroon van glazen bouwstenen. Omdat er een lamp onder de lift hangt, zal er een wisselend spel van licht ontstaan in de gevel van de schacht.

materialen en kleurstelling
De ruggengraat, het staalskelet en de schachten zijn roodbruin. Het metselwerk van het hoofdvolume is in een rossige gesinterde steen in waal dikformaat uitgevoerd en draagt bij aan de robuuste uitstraling van het gebouw. De puien en kozijnen in het metselwerk zijn overwegend van aluminium in een donkerblauwe kleur. De gevels van de woningen aan de ruggengraat zijn daarentegen zachter en lichter: warmgeel gelakte multiplex panelen en houten kozijnen. Alle hekken hebben dezelfde grijsblauwe kleur, passend bij de aluminium kozijnen.
De hekken van de luchtstraten zijn van glas met een dunne stalen omkadering en vormen een secundair raster in het hoofdraster van de ruggengraat. Over een derde van de lengte zijn er verdiepings-hoog schuivende panelen. Hierdoor ontstaat een -ondergeschikte- onregelmatigheid. Dit secundaire raster is ter plaatse van het trappenhuis geheel met glas gevuld. De stalen onderdelen binnen in de luchtstraat en de trappenhuizen (trappen, traphekken en binnenpuien) zijn zilvergrijs.