De opgave was om in een tuin een muziek oefenruimte te maken voor een claveciniste. De woning is nabij de hoek van een bouwblok gesitueerd, de tuin loopt daardoor uit in een smalle punt. Behalve een clavecimbel moest er ook een fortepiano in komen en moest er de mogelijkheid tot samen spelen zijn met één of twee andere instrumenten. Volgens het bestemmingsplan mocht er één berging gebouwd worden van maximaal 10 m2 , met een goothoogte t.p.v. de belendingen van circa 2 m en een maximale nokhoogte van 2,5 m. Onder de voorwaarde dat er geen geluidsoverlast mocht ontstaan ging de gemeente akkoord om in de vrijstaande berging een muziekoefenruimte te maken. Het ontwerp is zo gemaakt dat het gebouwtje de volle breedte van de tuin beslaat. De nok loopt over de diagonaal van het dak en de wanden variëren tussen de 1,5 tot 2,5 m. De vloer is 40 cm verdiept. Er is een vaste opstelling van het clavecimbel en de pianoforte langs de twee lange zijden, waarbij de speler steeds onder de hoge nok zit. Bij samenspelen kan één van de instrumenten langs de korte zijde komen te staan waardoor er ruimte voor één of twee andere spelers onder de nok komt. materiaal en constructie De opbouw van het gebouwtje is van stijl- en regelwerk waarbij de buiten bekleding van red cedar delen door trillingsdempers los is gehouden van het binnenwerk. De kozijnen zijn dubbel uitgevoerd met een brede spouw er tussen. Ten behoeve van de ventilatie zijn er suskasten geplaatst, maar in omgekeerde richting. Door toepassing van losse panelen kon de binnen akoestiek worden aangepast.