Amsterdam Noord, centrale zone
| opdrachtgever: | De Principaal bv, Bouwbedrijf M.J. de Nijs en Zonen bv, Rabo Vastgoed bv |
Het plan is een architectonische uitwerking van het stedenbouwkundig plan Centrale Zone Amsterdam Noord, dat ontwikkeld is in samenwerking met Kuiper Compagnons als stedenbouwkundige. De centrale zone is een gebied ingeklemd tussen het Noord-Hollands kanaal en snelwegen, waar een nieuwe gemengde wijk moet komen met woningbouw, stadsdeelkantoor, kantoren, sport- en culturele voorzieningen.
De ontworpen Dijktuinen liggen laag ten opzichte van het omringende land, achter de dijk met het Noord-Hollands kanaal. Hierbinnen golft het landschap: de rietlanden, beek en bestrating. Er komen twee gebouwtypen voor: kubus en staartje.
de kubus
De kubussen, 6 lagen op een onderbouw, zijn gedraaid richting uitzicht en zon. Aan die zijde hebben alle woningen een serre als overgangsgebied tussen binnen en buiten. Zowel ruimtelijk, energietechnisch als klimatologisch functioneert de serre als buffer. De verlichting maakt dat het s avonds als een lantaarntje oplicht. De eerste woonlaag van het gebouw begint boven het dijkniveau, zodat alle woningen uitzicht op het kanaal hebben. Half verdiept onder het gebouw ligt de parkeergarage met toegang naar lift en trappenhuis.
De opzet van de woningen is zodanig dat verschillende woningtypen te realiseren zijn binnen deze structuur. Eén grote flat (circa 90 m2) of een kleine flat (60 m2) met een losse werk-ruimte, die een eigen entree aan het trappenhuis heeft. De eenheden kunnen ook weer onderling horizontaal of verticaal worden gekoppeld.
het staartje
Naast, onder en aan de kubussen vast bevinden zich lage, slingervorige gebouwtjes. Ze komen tevoorschijn uit het landschap en worden maximaal drie lagen hoog. De lengte en hoogte ervan verschilt per situatie. Deze woningen zijn meer introvert, de eengezins woningen kijken niet uit over de dijk en richten zich meer op het nabije landschap: de privé-tuin loopt over in het rietland of het beekdal. Het graslandschap loopt door over het dak van de woningen. Het parkeren bevindt zich hier op maaiveld, gescheiden van de woning-entrees door een klein groen talud.
De ontworpen Dijktuinen liggen laag ten opzichte van het omringende land, achter de dijk met het Noord-Hollands kanaal. Hierbinnen golft het landschap: de rietlanden, beek en bestrating. Er komen twee gebouwtypen voor: kubus en staartje.
de kubus
De kubussen, 6 lagen op een onderbouw, zijn gedraaid richting uitzicht en zon. Aan die zijde hebben alle woningen een serre als overgangsgebied tussen binnen en buiten. Zowel ruimtelijk, energietechnisch als klimatologisch functioneert de serre als buffer. De verlichting maakt dat het s avonds als een lantaarntje oplicht. De eerste woonlaag van het gebouw begint boven het dijkniveau, zodat alle woningen uitzicht op het kanaal hebben. Half verdiept onder het gebouw ligt de parkeergarage met toegang naar lift en trappenhuis.
De opzet van de woningen is zodanig dat verschillende woningtypen te realiseren zijn binnen deze structuur. Eén grote flat (circa 90 m2) of een kleine flat (60 m2) met een losse werk-ruimte, die een eigen entree aan het trappenhuis heeft. De eenheden kunnen ook weer onderling horizontaal of verticaal worden gekoppeld.
het staartje
Naast, onder en aan de kubussen vast bevinden zich lage, slingervorige gebouwtjes. Ze komen tevoorschijn uit het landschap en worden maximaal drie lagen hoog. De lengte en hoogte ervan verschilt per situatie. Deze woningen zijn meer introvert, de eengezins woningen kijken niet uit over de dijk en richten zich meer op het nabije landschap: de privé-tuin loopt over in het rietland of het beekdal. Het graslandschap loopt door over het dak van de woningen. Het parkeren bevindt zich hier op maaiveld, gescheiden van de woning-entrees door een klein groen talud.