Om de verdeling van de woonprogramma’s een stedenbouwkundige betekenis te geven zijn de woonvormen verticaal georganiseerd zoals bij een traditioneel stadshuis. Op de begane grond is een winkel die aan de bovenliggende woning kan worden gekoppeld. Hierboven bevindt zich een werkwoning. De daarop volgende verdiepingen worden ingenomen door flexibele gezinswoningen met geheel boven een superhat als penthouse. Alle voorzieningen liggen in de middenzone waardoor de ruimtes aan beide gevels vrij indeelbaar blijven.
indeling woning
De werkwoning bestaat uit een werkruimte van anderhalve verdieping hoog aan de straatkant en een woongedeelte aan de tuinkant. De werkruimte heeft een eigen toegang op het tussenbordes van de trap en maakt gebruik van de voorzieningen in de woning zonder het huiselijk verkeer te storen. De werkruimte kan afgescheiden zijn van de woning, maar ook helemaal open.
Bij de flexibele gezinswoning is er vanwege de beukbreedte een keuze tussen wonen aan de straat- of aan de tuin(=zon)kant. Bovendien is de woning zo georganiseerd dat de indeling kan veranderen naarmate de ruimtebehoefte verandert bij opgroeiende kinderen. Er is een circuit voor de dagelijkse activiteiten georganiseerd via de centraal gelegen eetkeuken, en een circuit voor het wat oudere kind dat vanaf de toegangsdeur ongezien zijn eigen kamer kan bereiken.
In de hat-woning is ruimte en ruimtelijkheid het uitgangspunt; de ruimtes vloeien in elkaar over, een deel van het dak is opgetild, er zijn bovenlichten tussen de dakvlakken en terrassen zijn ruimtelijk gekoppeld.